Waarom Sociale Zaken illegaal persoonsgegevens verzamelde binnen de moslimgemeenschap

In september 2023 stuurt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief naar de Tweede Kamer. Ze erkennen dat er door het ministerie ‘onrechtmatig persoonsgegevens zijn verzameld’ van mensen uit de moslimgemeenschap. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) droeg het ministerie afgelopen week in een brief op deze gegevens binnen twee maanden te vernietigen. Maar wat is hier nu precies gebeurd? Wat is er opgeslagen? En waarom?
Er zijn al veel verhalen verschenen over de onrechtmatige verzameling van persoonsgegevens door overheden, vaak gericht op moslims. In de strijd tegen radicalisering weten we van de NCTV, maar ook van verschillende gemeentes dat ze buiten hun bevoegdheid traden om een beter beeld te krijgen van de moslimgemeenschap. Dat ook het ministerie van Sociale Zaken eraan meedeed, terwijl zij juist vaak met sleutelfiguren in de moslimgemeenschap samenwerkten om sociale spanningen tegen te gaan, was tot de minister haar brief schreef nog niet bekend.
Mensen waarvan er informatie is verzameld kregen de afgelopen maanden een excuusbrief van het ministerie met inzage in hun gegevens. Advocaat Samira Sabir staat zeven van hen bij. "Het contact tussen het ministerie en mijn cliënten was informeel, vaak op Whatsapp niveau." Ze zijn volgens Sabir 'flink geschrokken’ toen ze ontdekten welke informatie er over hen was verzameld en op welke manier dat werd gepresenteerd. Argos heeft in totaal vijf dossiers kunnen in zien waarvan er onrechtmatig persoonsgegevens zijn verzameld. Hoe groot de groep in totaal is, is niet bekend. Wel constateert de AP in hun brief dat ‘in totaal 31 personen onderwerp van onderzoek zijn geweest en 207 personen in de rapporten worden genoemd.'

Moslims onder surveillance
Het ministerie van Sociale Zaken heeft onrechtmatig persoonsgegevens van mensen binnen de moslimgemeenschap verzameld. In de afgelopen maanden mochten de eerste betrokkenen hun dossier inzien.
Onjuiste lijsten en profielschetsen
Een van de dossiers die Argos heeft kunnen inzien is van Jacob van der Blom. Hij is twintig jaar geleden bekeerd en oprichter van moskee ‘Centrum de Middenweg’ in Rotterdam. Hij onderhield altijd goed contact met Sociale Zaken en vindt dit dus "niet goed voor de relatie die hij had met het ministerie.”
Als hij de gegevens die het ministerie over hem heeft opgeslagen ontvangt, zit er onder andere een ‘overzicht jihadisme/salafisme’ bij, opgesteld door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). Maar Van der Blom ontvangt alleen een omschrijving van het document. Enkel de zinnetjes waarin zijn naam worden genoemd zijn geciteerd. In het overzicht staan volgens de omschrijving ‘actuele radicale, extremistische of polariserende uitingen op het gebied van terrorisme, extremisme en radicalisering op het internet’ centraal.
‘Vermelding in een overzicht betekent niet per definitie dat die persoon of organisatie een gevaar is voor de Nationale Veiligheid’, staat erbij vermeld. Maar, zegt van der Blom, “Voorlopig staat mijn naam wel weer vermeld in zo’n lijst.”
Jacob blijkt niet de enige te zijn die op zo’n ‘lijst’ is gezet. Argos sprak ook met iemand die tussen zijn gegevens een ‘profielschets’ aantrof, waarin zijn politieke voorkeur en culturele achtergrond stonden vermeld. Daar wist hij niets van, en het klopte ook niet. Alle dossiers die Argos mocht inzien mist context en bevat onjuiste informatie. “Al mijn cliënten staan op een lijst van ‘salafisten’, maar het klopt in bijna alle gevallen niet”, vertelt Sabir.
Ot van Daalen, expert privacyrecht aan de Universiteit van Amsterdam, vindt dat heel problematisch. “Het geeft iets aan over de machtsverhouding tussen de overheid en de burger. De overheid heeft het dossier aangelegd, die weet wat erin staat, de burger weet dat niet.” Dat kan een grote impact hebben. “Mensen kunnen last hebben van het feit dat ze denken dat ze worden gecontroleerd, of daadwerkelijk last krijgen van de conclusies die worden getrokken”, aldus van Daalen. Samira Sabir ziet ook een andere impact: “Het vertrouwen is ernstig geschonden. Juist van een ministerie als Sociale Zaken werd dit niet verwacht.”
Het nieuws komt extra hard aan omdat er vaak sprake was van een vertrouwensband met dit ministerie. Toen in 2021 door NRC bekend werd dat verschillende gemeenten heimelijk onderzoek hadden laten uitvoeren in moskeeën door het externe onderzoeksbureau NTA, was de shock groot. Het ministerie heeft daarop ‘reflectiesessies’ gehouden om het vertrouwen tussen de overheid en de moslimgemeenschap te herstellen. Daarvoor was Sociale Zaken ook vaak samen in gesprek met de moslimgemeenschap over verschillende maatschappelijke ontwikkelingen.

Sociale Zaken liet vaker informatie verzamelen over moslims, zonder dat zij dat wisten
Het Ministerie van Sociale Zaken heeft negen onderzoeken laten uitvoeren onder moslims, waarover ‘achteraf geconcludeerd is dat daarin onrechtmatig persoonsgegevens zijn verwerkt’.
Onrechtmatige onderzoeken
Hoe is het ministerie van Sociale Zaken in deze positie terecht gekomen? Rond 2015 waren er zorgen binnen de overheid over radicalisering en andere maatschappelijke spanningen. Jonge moslims vertrokken naar Syrië en er was geen goed beeld binnen de overheid over wat er speelde en hoe hiermee om te gaan. Ook was de overheid bang voor ongewenste beïnvloeding van buitenaf en gedachtegoed dat strijdig was met democratische waarden. Omdat de informatie versnipperd was, gingen verschillende ministeries met elkaar samenwerken.
Zo ontstond de Taskforce ‘Problematische gedrag en ongewenste buitenlandse financiering’, die tussen 2019 en 2021 actief was. Aan tafel zaten verschillende ministeries, de AIVD, de NCTV en dus ook Sociale Zaken. Binnen deze samenwerking werden er gegevens gedeeld, terwijl niet elk lid de juiste bevoegdheden had.
Zo maakte de NCTV tussen 2017 en 2021 overzichten waarbij persoonsgegevens werden verwerkt, zonder dat zij daartoe bevoegd waren, zo meldde NRC in 2021. Daarbij maakte de NCTV gebruik van nepaccounts op sociale media die rondkeken op internet. De observaties werden samengevat, van duiding voorzien en vervolgens gedeeld met andere ministeries, waaronder Sociale Zaken. Ook in de dossiers die Argos inzag, doken veel persoonsgegevens op die afkomstig waren van de NCTV.
Martijn de Koning, universitair hoofddocent Islam, Politiek en Samenleving aan de Radboud Universiteit, benadrukt dat de taskforce zich niet richtte op strafbaar gedrag, maar op zogenaamd ‘problematisch gedrag’, zoals antidemocratisch en onverdraagzaam gedachtegoed. “De overheid is dus eigenlijk gaan surveilleren op gedachtegoed van burgers, wat helemaal niet mag.”
Meer onderzoeken
In de brief die het ministerie in september 2023 naar de Tweede Kamer verstuurde, wordt vastgesteld dat er ‘door of in opdracht van het ministerie onderzoek is gedaan naar moslimgemeenschappen’. Wat deze onderzoeken inhielden en door wie deze zijn uitgevoerd staat er niet bij.
Inmiddels is er iets meer duidelijk. Uit vragen van Argos blijkt dat er negen onderzoeken zijn uitgevoerd door onderzoeksbureau NTA (Nuance door Training en Advies) waarbij er onrechtmatig persoonsgegevens zijn verzameld. Dat is hetzelfde onderzoeksbureau dat eerder in opspraak kwam na onthullingen van NRC. Waar die onderzoeken precies over gingen en welke methoden precies zijn gehanteerd blijft onduidelijk, want het ministerie maakt ze niet openbaar.
Het ministerie stelt wel vast dat ook bij deze onderzoeken niet alle onderzochte personen daar zelf vanaf wisten: “Vast staat wel dat in voorkomende gevallen de personen of organisaties vooraf noch achteraf zijn geïnformeerd over het onderzoek of de duiding. Er is niet in alle gevallen hoor-wederhoor toegepast.” In een reactie laat onderzoeksbureau NTA weten dat ‘altijd om toestemming aan personen om medewerking’ wordt gevraagd. Hoe dit zich verhoudt tot de conclusie van het ministerie, die daar haaks op lijkt te staan, is onduidelijk.
De afgelopen maanden deed de Autoriteit Persoonsgegevens los van Argos ook onderzoek naar wat er is gebeurd op het ministerie. Zij constateren dat er ‘in elk geval twaalf duiding onderzoeken zijn verricht door ‘externe experts’ in de periode 2016-2019.’ Of dit (deels) over dezelfde onderzoeken gaat als de onderzoeken uitgevoerd door NTA is niet bekend.
Het probleem is volgens Aleid Wolfsen, voorzitter van de AP, groter dan tot nu toe bekend. “Je kunt niet goed traceren over wie er is gesproken, met wie het is gedeeld, en wat andere ministeries hebben opgeslagen. Sociale Zaken is na de vernietiging van de gegevens schoon, maar we weten niet wat er bij andere ministeries ligt.” Ook benadrukt Wolfsen dat Sociale Zaken geen bevoegdheid had. “Wat Sociale Zaken deed was eigenlijk ernstiger dan een inlichtingendienst, omdat er onderzoek werd gedaan zonder de gebruikelijke waarborgen die er altijd om heen horen te zijn.”
In een reactie op vragen van Argos zegt Sociale Zaken over de NTA-onderzoeken: “Dit betrof onderzoeken met als doel om meer zicht te krijgen op ontwikkelingen binnen het salafistisch landschap om zo maatschappelijke spanningen en radicalisering te voorkomen.” Over de taskforce zeggen ze: “Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid trachtte destijds het sociaal-maatschappelijk perspectief in te brengen en daarmee het veiligheidsperspectief van andere overheidsorganisaties aan te vullen.”
Lees de volledige reactie van het ministerie op onze vragen hier.