Moslims onder surveillance

In september 2023 stuurt het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een opmerkelijke brief naar de Tweede Kamer. Het ministerie geeft erin toe onrechtmatig persoonsgegevens van mensen binnen de moslimgemeenschap te hebben verzameld. In de afgelopen maanden mochten de eerste betrokkenen hun dossier inzien. Het gaat, inderdaad, uitsluitend om moslims.
Juist dit ministerie was vaak gesprekspartner van de moslimgemeenschap. Argos kreeg inzage in een aantal van deze dossiers, sprak met betrokkenen en reconstrueerde: wat is hier gebeurd?
Wederhoor
Lees hieronder de vragen die Argos stelde aan het ministerie van Sociale Zaken, NTA en NCTV en de antwoorden van deze partijen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Vragen inzake de achtergrond van gegevensverwerking door SZW
1. In de kamerbrief van 18 september 2023 blijkt dat SZW in het verleden onderzoek heeft gedaan naar personen, organisaties en netwerken binnen de moslimgemeenschappen, zonder daarbij de gemeenschappen te betrekken. Wat was de aanleiding voor deze gegevensverwerkingen?
2. Waarom is op een gegeven moment besloten de ‘informatieverwerking’ via de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering te laten verlopen?
Antwoord op vragen 1 en 2:
Vanaf 2015 namen de zorgen binnen de politiek (Tweede Kamer), de overheid (lokaal en Rijk) en de samenleving toe over radicalisering (waaronder uitreizigers naar Syrië), salafisme, anti-democratisch, anti-rechtstatelijk en onverdraagzaam gedachtengoed (‘problematisch gedrag’) en ongewenste buitenlandse financiering van o.a. moskeeën. Er waren in die periode, zowel binnen overheden als moslimgemeenschappen, ernstige zorgen over toenemende radicalisering onder jonge moslims. De overheid had hier soms onvoldoende beeld van en wist niet altijd hoe om te gaan met deze zorgelijke ontwikkelingen. In diverse (spoed)debatten, schriftelijke en mondelinge Kamervragen en aangenomen moties uit die tijd werd gevraagd om versterking van de kennis en informatiepositie van de overheid op deze thema’s en om handelingsperspectief voor gemeentes.
Naar aanleiding daarvan hebben opeenvolgende kabinetten diverse plannen ontwikkeld om meer grip te krijgen op deze thematiek. In de Kamerbrief van 25 februari 2016 inzake de ’Concretisering aanpak salafisme‘ geeft het toenmalig kabinet aan zich zorgen te maken over ’personen en organisaties die vanuit bepaalde salafistische leerstellingen aanzetten tot haat, onverdraagzaamheid en afzondering en die de vrijheid van anderen proberen in te perken‘.
De kern van de aanpak richt zich in die tijd op het tegengaan van wat wordt genoemd ‘problematisch gedrag’. De aanpak van het kabinet richt zich onder meer op de versterking van de kennispositie van Rijksoverheid en gemeenten en het ondersteunen van gemeenten bij hun omgang met personen en/of organisaties die problematisch gedrag zouden laten zien.
Onderdeel van de aanpak is de versterking van de kennis en informatiepositie, door de oprichting van een kennisnetwerk, waar SZW en experts een rol in gaan spelen. Informatievergaring en duiding van situaties, organisaties en personen speelden destijds hierin een belangrijke rol. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid trachtte destijds het sociaal-maatschappelijk perspectief in te brengen en daarmee het veiligheidsperspectief van andere overheidsorganisaties aan te vullen. SZW probeerde via verbinding met moslimgemeenschappen zicht te krijgen op ontwikkelingen en zo te komen tot (verbetering van) samenwerking. Ook adviseerde SZW destijds gemeenten.
In februari 2019 oordeelt het kabinet dat de aanpak op salafisme onvoldoende was en worden drie centrale problemen vastgesteld:
- De beschikbare informatie over problematisch gedrag en (ongewenste) buitenlandse financiering is versnipperd, daarbij ontbreekt het aan coördinatie;
- Problematisch gedrag is gedrag dat vaak binnen de grenzen van de wet valt en dat maakt de aanpak ervan lastig;
- Buitenlandse financiering draagt in sommige gevallen bij aan problematisch gedrag.
Deze problemen moesten van het kabinet worden aangepakt. Eén van de maatregelen was het instellen van de interdepartementale Taskforce Problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering (hierna Taskforce) onder voorzitterschap van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In deze Taskforce werkten de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief de AIVD), Justitie en Veiligheid (inclusief de NCTV), Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Buitenlandse Zaken nauw samen met politie om gemeenten en gemeenschappen steviger en proactief te adviseren en ondersteunen. Belangrijk uitgangspunt is dat de leden van de Taskforce deelnemen op basis van hun eigen bevoegdheden.
Dit betekende in de praktijk dat gemeenten vragen konden stellen over lokale casuïstiek aan dit gremium, waarna de partners reeds beschikbare kennis bij elkaar brachten. Samen met de betreffende gemeente werden gedragingen geduid, waarna werd vastgesteld of sprake was van problematisch gedrag. De leden van de Taskforce konden gemeenten adviseren over een mogelijke aanpak. Uiteindelijk was het aan de gemeente zelf om over een aanpak te besluiten.
3. Hoe past dit binnen de taken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
De taken van de Directie Samenleving en Integratie (S&I) van het ministerie van SZW zien op het signaleren en tegengaan van spanningen in de samenleving en de preventie van radicalisering en het hierin ondersteunen van gemeenten. Vanuit die rol was SZW ook betrokken bij de aanpak van problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering.
Echter, eind 2020 werd definitief geconstateerd dat directie S&I geen grondslag heeft om persoonsgegevens te verwerken in het kader van de aanpak van problematisch gedrag en buitenlandse financiering. Dit heeft toenmalig minister Koolmees gecommuniceerd aan de Kamer in het debat over het eindrapport van de Parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland (POCOB). Dit is door opeenvolgende bewindspersonen erkend, en oud-minister Van Gennip heeft hiervoor haar excuses aangeboden.
1. SZW heeft de onrechtmatige verwerkte persoonsgegevens ook met andere overheidsinstanties en externe organisaties gedeeld. Kunt u een lijst geven met welke overheidsorganisaties en externe organisaties die informatie is gedeeld?
Binnen de aanpak van het tegengaan van spanningen, problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering en in de Taskforce kon sprake zijn van het delen van informatie tussen:
Gemeenten;
Politie;
Departementen als JenV inclusief NCTV, BZ, BZK (inclusief AIVD) en OCW.
Informatie werd enkel gedeeld met bovengenoemde partijen als dit noodzakelijk was voor het uitvoeren van de taken. Het was dus niet zo dat alle beschikbare informatie met elke partner gedeeld werd.
In een heel beperkt aantal gevallen zijn persoonsgegevens aangetroffen in correspondentie met maatschappelijke/adviesorganisaties. Zo is een beelden- en sentimentenoverzicht naar aanleiding van de parlementaire ondervragingscommissie naar ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland gedeeld met een organisatie die voor ons werkte aan een leergang over polarisatie. Dit overzicht bevatte een weergave van de verschillende verhoren en reacties uit de samenleving daarop. Dit overzicht is gebaseerd op openbare bronnen.
5. Is er door juristen van SZW onderzoek gedaan naar de juridische grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens voordat de Landsadvocaat om advies werd gevraagd? Is dit advies beschikbaar voor Argos?
Bij aanvang van de Taskforce hebben ambtenaren zich de vraag gesteld of de juridisch grondslag voor deelname van SZW aan casuïstiekbespreking binnen de Taskforce afdoende was. SZW heeft vervolgens nader onderzocht of het noodzakelijk én mogelijk was een juridische basis voor de Taskforce te creëren.
In het najaar van 2020 is na uitgebreid onderzoek vastgesteld dat SZW geen juridische grondslag heeft conform de AVG teneinde persoonsgegevens te kunnen verwerken in het kader van casuïstiekbesprekingen. Tevens hebben de juristen geoordeeld dat de haalbaarheid van een dergelijke grondslag zeer gering is. Daarom werd besloten om als SZW in de Taskforce niet meer met persoonsgegevens te werken. Minister Koolmees heeft op 14 januari 2021 tijdens het POCOB-debat de Kamer hiervan op de hoogte gesteld. Tevens heeft minister Koolmees dit in juli 2021 schriftelijk herhaald richting de Kamer. Later heeft minister van Gennip geconcludeerd dat in de casuïstiek die geanonimiseerd behandeld is in de periode november 2020 – april 2021 toch nog tot de personen herleidbaar was. Mede daarom is de bespreking van casuïstiek in de Taskforce per april 2021 opgeschort waarna definitieve stopzetting volgde.
Eind 2021 is SZW gestart met een traject gericht op het herstel van de onrechtmatige gegevensverwerking. Onderdeel daarvan was de adviesaanvraag aan de Landsadvocaat over de afhandeling van de onrechtmatig verkregen persoonsgegevens. Dit traject is er tevens op gericht om manieren in kaart te brengen waarop SZW conform wet- en regelgeving de gegevens uiteindelijk kan verwijderen. Uiteindelijk is besloten om betrokkenen eerst de mogelijkheid te bieden tot inzage en betrokkenen proactief te informeren, om daarna over te gaan tot verwijderen.
6. In de Taskforce zijn ook casussen besproken waarbij over organisaties en personen is gesproken. Hoe vaak is dit voorgekomen? Is volgens uw juristen hier ook sprake geweest van onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens?
De Taskforce heeft in de periode 2019-2021 negen casussen formeel behandeld. Daarnaast is sprake geweest van informeel contact tussen leden van de Taskforce en een aantal gemeenten over lokale casuïstiek.
De verwerkingen van persoonsgegevens in casuïstiek door een aantal leden van de Taskforce, waaronder SZW, was onrechtmatig. Een aantal leden van de Taskforce beschikte echter wel degelijk over een juridische grondslag voor de verwerking van persoonsgegevens voor hun taken.
7. Hoeveel mensen hebben een verzoek ingediend bij SZW voor inzage in hun persoonsgegevens om te controleren of die verwerking rechtmatig was?
8. In hoeveel gevallen heeft SZW geconstateerd dat persoonsgegevens onrechtmatig verwerkt zijn?
9. Is er zicht op meer gevallen van personen die bijvoorbeeld geen inzage verzoek hebben gedaan waarbij er sprake is van onrechtmatige verwerking persoonsgegevens? Heeft u enig idee om hoeveel personen het in werkelijkheid zou kunnen gaan?
10. Heeft u al enig zicht op het aantal mensen dat bezwaar heeft gemaakt na het aanvankelijke besluit over inzage?
Antwoord op vragen 7, 8, 9 en 10:
Het is nog steeds mogelijk om bij SZW een inzageverzoek te doen. Momenteel zijn we alle aantallen aan het verwerken en inzichtelijk aan het maken voor het onderzoek van de Autoriteit Persoonsgegegevens. Als de AP haar onderzoek heeft afgerond, zal in reactie daarop een brief aan de Tweede Kamer worden voorbereid. Daarin zal ook een stand van zaken van alle aantallen gedeeld worden.
11. In deze context ontving SZW weekoverzichten van de NCTV. Over welke periode heeft SZW deze weekoverzichten van de NCTV ontvangen?
Individuele medewerkers die zich bezighielden met deze thema’s konden zich destijds abonneren op de weekoverzichten van de NCTV. Dit heeft een aantal medewerkers gedaan. Het is niet met zekerheid te zeggen per wanneer de eerste medewerkers zich precies hebben geabonneerd.
12. In die weekoverzichten ging het ook vaak over gesprekspartners van SZW soms met duiding van de NCTV. Was er verschil van inzicht tussen SZW en de duiding van de NCTV? Kunt u dat toelichten?
SZW en de NCTV hebben verschillende taken. De NCTV heeft een taak om (o.a.) zorg te dragen voor de nationale veiligheid, terwijl SZW zich preventief inzet voor het tegengaan van maatschappelijke spanningen en de preventie van radicalisering. Voor deze taak is het van groot belang om in nauw contact te staan met netwerken, organisaties en personen uit verschillende lagen van de samenleving. Doordat beide organisaties hun taken verrichten vanuit verschillende perspectieven en met een andere verantwoordelijkheid konden er verschillen van inzicht zijn.
13. SZW heeft netwerkoverzichten van islamitische (salafistische) organisaties bijgehouden. Waar diende dit voor? Beschouwde SZW deze organisaties als een risicofactor of een gevaar voor de nationale veiligheid?
Dit netwerkoverzicht is door medewerkers van de directie Samenleving en Integratie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgesteld voor intern gebruik als deel van de algemene kennisfunctie die de directie vervulde. Dat een organisatie genoemd werd, wilde niet zeggen dat het als risico voor de nationale veiligheid gezien werd. Organisaties of personen identificeren als gevaar voor de nationale veiligheid behoorde en behoort niet tot de taken van S&I. Soms werd dit overzicht gebruikt om een organisatie of persoon te duiden voor bijvoorbeeld een netwerk- en/of adviesgesprek met een gemeente.
14. Onder moslimorganisaties en moslims in Nederland leeft het gevoel dat zij extra in de gaten worden gehouden, hoe reflecteert SZW hierop?
SZW heeft hier namens het kabinet uitgebreid met vertegenwoordigers en betrokkenen uit de moslimgemeenschappen op gereflecteerd en hier lessen uit getrokken. Deze lessen zijn uiteengezet in de Kamerbrief Herstel vertrouwen overheid en islamitische gemeenschappen van september 2023. De voormalig minister van SZW heeft in het daarop volgende commissiedebat voor het aandeel van SZW haar verontschuldigingen aangeboden.
15. Het onderzoeksbureau Nuance door Training en Advies (NTA) heeft ook in opdracht van SZW onderzoek gedaan. Hoe vaak heeft NTA in opdracht van SZW onderzoek gedaan? Hoe luidde de opdracht van ieder van die onderzoeken? Zijn de onderzoeken openbaar? Als ze niet openbaar zijn kunt u ze met Argos delen?
16. In een nota van SZW van 13 januari 2021 wordt geconstateerd dat er ook in het kader van de NTA onderzoeken onrechtmatig persoonsgegevens zijn verwerkt. Is dat bij meerdere onderzoeken gebeurd? Om hoeveel personen gaat het in totaal?
Antwoord op vragen 15 en 16:
NTA heeft 10 onderzoeken in opdracht van SZW uitgevoerd. Van de 10 onderzoeken, is achteraf geconcludeerd dat in negen onderzoeken onrechtmatig persoonsgegevens zijn verwerkt. Dit betrof onderzoeken met als doel om meer zicht te krijgen op ontwikkelingen binnen het salafistisch landschap om zo maatschappelijke spanningen en radicalisering te voorkomen. Deze negen onderzoeken zijn niet openbaar, omdat er informatie over personen in staat. Om de privacy van deze personen te beschermen kunnen we deze onderzoeken niet openbaar maken.
Het overige onderzoek is wel openbaar en heet “moskeeën in verandering”. In dit onderzoek zijn persoonsgegevens verwerkt met toestemming van de betrokkenen. Dit onderzoek was dan ook niet onrechtmatig.
17. In diezelfde nota van 13 januari 2021 wordt geconstateerd dat ‘niet met zekerheid gesteld kan worden dat onderzoeksobjecten (al dan niet) vooraf of achteraf zijn geïnformeerd en of er hoor-wederhoor is toegepast’. Is bij u bekend of NTA gesprekspartners/onderzoeksobjecten altijd informeerde over het doel van gesprekken en onderzoek voor SZW?
Dat is niet precies bekend. Vast staat wel dat in voorkomende gevallen de personen of organisaties vooraf noch achteraf zijn geïnformeerd over het onderzoek of de duiding. Er is niet in alle gevallen hoor-wederhoor toegepast. Daarom heeft de voormalige minister van SZW ook excuses gemaakt voor deze handelswijze.
18. Hoe wordt deze kwestie verder afgehandeld?
We begrijpen dat deze kwestie het vertrouwen in de overheid geen goed heeft gedaan. SZW werkt nog dagelijks aan het bieden van transparantie aan betrokkenen rondom de aanpak van destijds. Dit doen wij vanuit de overtuiging dat we hiermee recht doen aan betrokkenen en hopen hiermee actief bij te dragen aan het herstel van vertrouwen tussen de overheid en de moslimgemeenschappen.
Mensen die willen weten of hun gegevens zijn verwerkt, kunnen een inzageverzoek indienen. Daarnaast informeert SZW proactief betrokkenen van wie een betrouwbaar contactgegeven voor handen is. Nadat betrokkenen proactief geïnformeerd zijn en nadat de AP klaar is met het onderzoek, gaat SZW de onrechtmatig verwerkte persoonsgegevens verwijderen. Zodra de AP zijn onderzoek heeft afgerond, zal SZW de Kamer hierover informeren en komen met een reactie op het AP-onderzoek en de stand van zaken van het hersteltraject.
Uiteraard houdt SZW bij het verwijderen rekening met de rechtsmiddelen die mensen kunnen inzetten. Dat betekent dat gegevens pas worden verwijderd nadat de termijn voor het indienen van bezwaar is beëindigd, of nadat alle rechtsmiddelen zoals beroep en hoger beroep zijn uitgeput.
Daarnaast is SZW periodiek in gesprek met moslimgemeenschappen om zorgen en knelpunten te bespreken.
19. Verwacht u na inzage en vernietiging van persoonsgegevens nog andere procedures of consequenties?
De AP doet momenteel onderzoek naar de onrechtmatige gegevensverwerking door SZW Op eventuele verdere procedures kunnen we niet vooruit lopen.
20. Welke lessen trekt SZW hieruit?
De oud-minister van SZW heeft namens SZW in 2023 haar excuses in de Kamer aangeboden voor de werkwijze van toentertijd waarbij vanuit overheden onderzoek is gedaan naar personen, organisaties en netwerken binnen moslimgemeenschappen zonder daarbij de gemeenschappen te betrekken.
In de Kamerbrief Herstel vertrouwen overheid en moslimgemeenschappen is gereflecteerd op de onrechtmatige gegevensverwerkingen. In de brief staat een aantal geleerde lessen, waaronder:
De overheid en moslimgemeenschappen hebben elkaar onvoldoende weten te vinden in de aanpak van polarisatie, radicalisering, en ongewenste buitenlandse beïnvloeding.
Voor een goede samenwerking tussen overheid en gemeenschappen is actief werken aan wederzijds vertrouwen essentieel. Uitgangspunt hierbij is dat de overheid verschillende bevolkingsgroepen hetzelfde behandelt en dat gemeenschappen daarop kunnen vertrouwen.
Er heerst een gevoel bij een deel van de Nederlandse moslims dat de overheid slechts oog heeft voor problemen (vaak gerelateerd aan veiligheidsvraagstukken) binnen hun gemeenschappen, en niet voor positieve ontwikkelingen. Dit ervaren zij als stigmatiserend.
Door moeilijk definieerbare begrippen als anti-integratief, problematisch gedrag en salafisme uitsluitend te gebruiken om niet-strafbare gedragingen door een beperkte groep moslims aan te kaarten, heeft de overheid onbedoeld bijgedragen aan stigmatisering van grote groepen moslims die hier niets mee te maken hebben en vooral bij willen dragen aan de Nederlandse samenleving.
Rijk en gemeenten werden geconfronteerd met nieuwe complexe maatschappelijke ontwikkelingen waar zij snel en doortastend op moesten reageren. Hierdoor was er te weinig aandacht voor het inbouwen van waarborgen en juridisch verankerde procedures waar het de AVG en gegevensverwerking betreft, waardoor een werkwijze is gehanteerd die op gespannen voet stond met de regelgeving.
SZW wilde in dit interdepartementale dossier het sociaal-maatschappelijk perspectief, inbrengen op veiligheidsonderwerpen. Vanuit dit perspectief werd duiding gegeven op persoons- en organisatieniveau. Hier had en heeft SZW echter geen juridische grondslag voor en dit had dus niet mogen gebeuren.
Nuance door Training en Advies (NTA)
1. Hoeveel onderzoeken heeft NTA voor het ministerie van SZW gedaan?
Het is aan SZW als opdrachtgever om daarover te communiceren. Zoals u wellicht weet zijn er verschillende bureaus door SZW voor dit soort onderzoek ingeschakeld. NTA heeft, zoals in de Kamerbrief staat, slechts in geringe mate onderzoek gedaan. Het overgrote deel is door andere onderzoeksbureaus gedaan.
2. Hoe luidde de onderzoeksopdracht van ieder van die onderzoeken?
Het is aan SZW om daarover te communiceren.
3. Zijn al deze onderzoeken openbaar?
Nee, voor zover wij weten zijn deze niet openbaar.
4. Indien ze niet openbaar zijn, kunt u de onderzoeken met Argos delen?
Nee, wij kunnen deze niet delen.
5. Heeft NTA toestemming gevraagd aan alle ondervraagden en verteld waarvoor de informatie was bedoeld en of die informatie in combinatie met de persoonsgegevens van betrokkene mocht worden verwerkt?
NTA vraagt altijd om toestemming aan personen om medewerking, inclusief of zij op basis van persoonlijke titel of anoniem willen meewerken.
6. Kun u aantonen dat dat is gebeurd?
NTA maakt altijd afspraken hierover met personen die meewerken.
7. Als u dat niet kunt aantonen, kunt u dan vertellen wat uw werkwijze was?
Zie boven.
8. SZW heeft (de uit de NTA-onderzoeken verkregen) persoonsgegevens verwerkt zonder rechtmatige verwerkingsgrondslag zo schrijft SZW in een nota van 13 januari 2021. Klopt het dat NTA ook onrechtmatig persoonsgegevens heeft verwerkt?
NTA heeft altijd gewerkt binnen de kaders van de opdracht van SZW. Het is niet aan NTA om te beoordelen of SZW rechtmatig persoonsgegevens heeft verwerkt.
10. Wat betekent dat en wat gaat NTA daaraan doen?
Als u met ‘dat’ bedoelt hetgeen door SZW is gedaan, is het aan SZW om daarover te communiceren.
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)
1. Over welke periode zijn dag- en/of weekoverzichten van de NCTV gemaakt en gedeeld?
De Weekberichten Internetmonitoring zijn tussen 2017 en begin 2021 verschenen. De dagoverzichten zijn onder andere input geweest voor de weekberichten Internetmonitoring. Zie hierover de brief die in april 2022 aan de Tweede Kamer is verzonden: TK Informeren over Wob Weekberichten | Kamerstuk | Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, en de brief die eind mei 2022 aan de Kamer is verzonden: Kamerbrief naar aanleiding van Weekberichten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
2. Wie waren de ontvangers van deze overzichten?
Dit is te raadplegen in de brief van eind mei 2022: Kamerbrief naar aanleiding van Weekberichten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
3. De NCTV maakte deel uit van de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering. Tijdens dit overleg ging het ook over casussen. Bij de bespreking over die casussen ging het ook over personen en organisaties. Was dit volgens u rechtmatig? Hoe vaak is er over personen gesproken in dit overleg van de Taskforce?
Zie de Kamerbrief van de minister van Justitie en Veiligheid uit april 2021: Kamerbrief over verbetering juridische grondslag verwerking persoonsgegevens NCTV | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl en de kamerbrief van de minister van SZW over de Kamerbrief Taskforce problematisch gedrag en ongewenste buitenlandse financiering | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl. Beide vragen worden in de Kamerbrieven beantwoord.
4. Kloppen de feiten in de weekoverzichten? Had de NCTV een controlemechanisme om de feiten te checken en kunt u de procedure om feiten na te gaan met ons delen?
5. Zijn in de weekoverzichten en de duiding van de analisten fouten gemaakt? Kunt u dat toelichten? Wat betekent dat voor persoenen die u hebt gemonitord? Gaat u daarin iets ondernemen richting deze personen?
6. Wat gaat u doen als u deze weekoverzichten met partners in de overheid hebt gedeeld?
7. Heeft u ook persoonsgegevens gedeeld met organisaties buiten de overheid? Met Welke organisaties? Gaat u daarin actie ondernemen?
Antwoord op vragen 4, 5, 6 en 7:
Zoals geschreven door de minister van Justitie en Veiligheid in de Kamerbrief van mei 2022, klonken er in de Weekberichten normatieve stellingen en persoonlijke meningen door. Dat had niet gemoeten. In diezelfde brief schrijft de minister ook dat de weekberichten ‘juridisch kwetsbaar waren en tevens niet voldeden aan de genoemde normen van feitelijkheid en relevantie voor de nationale veiligheid.’ Kamerbrief naar aanleiding van Weekberichten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
8. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft erkend dat ze in de context van onderzoek naar radicalisering, salafisme, antidemocratisch gedrag en dergelijke onrechtmatig persoonsgegevens heeft verwerkt. Ze heeft ook proactief personen benaderd om hen daarover in te lichten en excuses aangeboden. De NCTV had ook geen juridische grondslag voor het verzamelen en verwerken van deze (persoons)gegevens. Wat is uw beleid hierin geweest? Welke actie heeft u ondernomen?
Antwoord op vragen 5 en 8:
De NCTV heeft in verschillende Kamerbrieven, antwoorden op Kamervragen en in debatten hierover toelichting gegeven over de werkwijze van de NCTV en de (genomen ) acties. Daarnaast is ook specifiek over de werkwijze van de NCTV en de weekberichten een en ander opgenomen op de website van de NCTV. Hierin zijn het beleid en de genomen acties te lezen. Herstelbericht Weekberichten en informatie over inzageverzoek | Nieuwsbericht | Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
Kamerbrief naar aanleiding van Weekberichten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
9. Hoeveel mensen hebben om inzage gevraagd om de verwerking van hun persoonsgegevens te controleren bij de NCTV?
10. Hoe vaak is geconstateerd dat die verwerking van persoonsgegevens onrechtmatig was?
Op individuele zaken wordt niet ingegaan. Zoals ook aangegeven in de Kamerbrief van 22 november 2021 kunnen mensen die willen weten of hun gegevens door de NCTV zijn verwerkt bij het ministerie terecht. Elk van deze verzoeken wordt zorgvuldig afgehandeld conform het gestelde in de AVG en dit mondt uit in een aan de verzoeker gericht besluit op zijn verzoek. Indien een betrokkene het niet eens is met het genomen besluit, staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open. Tevens kan een betrokkene ook de andere rechten inroepen die in de AVG zijn opgenomen zoals onder andere een verzoek doen tot wissen of rectificatie. Sinds het verschijnen van de Kamerbrieven van 12 april 2021en 21 mei 2021 en het Kamerdebat van 15 juni 2021 heeft de NCTV een groot aantal inzageverzoeken op grond van de AVG ontvangen. Gelet op de aard van de zaken en de verwevenheid met individuele gevallen, worden geen uitspraken gedaan over de aantallen en worden die ook niet afzonderlijk bijgehouden.
11. Hoe kijkt u achteraf terug op de weekoverzichten die de NCTV maakte?
Zie het antwoord op Antwoord vraag 4, 5, 6 en 7: en de Kamerbrief uit mei 2022:
Kamerbrief naar aanleiding van Weekberichten | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl
12. Welke bronnen werden gebruikt voor het verzamelen van informatie voor deze overzichten?
Open bronnen uit reguliere en sociale media
13. Hoe werd de betrouwbaarheid van de informatie in deze overzichten gewaarborgd?
Experts (analisten) verzamelden en duidden de informatie. Vervolgens werd het resultaat door een kritische tegenlezer beoordeeld. Tenslotte gaf een eindverantwoordelijke een inhoudelijk fiat.
14. Hoe ging het duiden van deze overzichten? Wie deden dat? Waar werden deze duidingen op gebaseerd?
De overzichten werden gemaakt door analisten die expertise hadden op een aantal onderwerpen, zoals jihadisme of rechtsextremisme.
15. Er is een nieuwe wet gekomen omdat er onrechtmatig online onderzoek is uitgevoerd door de NCTV. Was er geen toezicht op de NCTV?
16. Er worden nu geen dag en weekoverzichten meer gemaakt, aangezien er geen wettelijke bevoegdheid voor was. Toch behouden jullie de taak ‘het signaleren, analyseren en duiden van trends en fenomenen en het delen van die informatie’. Kan je dat doen zonder het verwerken van persoonsgegevens? Of het verzamelen van informatie over individuen?
Op dit moment worden de producten van de NCTV gemaakt zonder dat hierin persoonsgegevens worden opgenomen. Met de inwerkingtreding van de nieuwe wet kan de NCTV onder strikte voorwaarden persoonsgegevens verwerken voor hun producten. Onder strikte voorwaarden kan daarbij ook gebruikt gemaakt worden van gegevens uit publiek toegankelijke online bronnen, waaronder sociale media. Uitgangspunt is dat er niet meer persoonsgegevens worden verwerkt dan noodzakelijk en in beginsel dat in de openbare producten niet verwezen wordt naar personen en organisaties.
17. Hoe is het toezicht nu geregeld?
Antwoord 15 en 17: De NCTV valt in algemene zin onder toezicht van de Autoriteit Persoonsgegevens en de inspectie JenV net als elk onderdeel dat deel uitmaakt van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Dit toezicht is nu verscherpt met een eigen FG voor de NCTV en een meer specifieke rol voor de inspectie JenV na inwerkingtreding van de nieuwe wet.
Samira Sabir
advocaat

Martijn de Koning
universitair hoofddocent Islam, politiek en samenleving Radboud Universiteit Nijmegen

Sheher Khan
Raadslid gemeente Amsterdam voor DENK

Maurits Berger
hoogleraar Islam en het Westen Universiteit Leiden

Jelle van Buuren
universitair hoofddocent, expert veiligheidsdiensten

Jacob van der Blom
oprichter en vrijwilliger Centrum De Middenweg in Rotterdam

Ot van Daalen
onderzoeker Instituut voor Informatierecht, Universiteit van Amsterdam

Aleid Wolfsen
voorzitter van Autoriteit Persoonsgegevens
