Tommy ging tien jaar lang niet naar school: ‘Ze konden me niet de zorg bieden die ik nodig had’

  • Noa Kieviet
  • Barbara Schreuders

Voor veel kinderen zit de weg naar passend onderwijs vol met hobbels. Zo ook voor de nu achttienjarige Tommy. Hij kreeg in groep vier de diagnose autisme. Na de overstap naar het speciaal onderwijs, bleek hij ook daar niet op zijn plek te zijn. Tien jaar lang was hij op verschillende scholen ingeschreven en ging hij naar dagbesteding. Maar meestal zat hij thuis. 'Ik had constant het idee dat ik moest overleven. Ik viel emotioneel helemaal uit elkaar.'

Als Tommy op het speciaal onderwijs begint, blijkt al snel dat hij moeite heeft met de voor hem nieuwe vorm van onderwijs. 'Ze zeiden dat ik niet leerrijp was', vertelt hij. Oftewel, nog niet klaar om te leren. Tommy verklaart dat het te maken had met het feit dat de klas vaak te druk voor hem was en hij zich niet goed kon functioneren in de klas vanwege zijn autisme. 'Zelfs op het speciaal onderwijs is dat niet ideaal.'

Achterin de klas met een koptelefoon op

'Ik zat in een groep met hele introverte én hele extraverte kinderen, wat eigenlijk niet zo’n hele goede combinatie is. Ik kreeg constant prikkels binnen en was niet in staat om de les te volgen.' Die twee uiteenlopende groepen kinderen worden wel van elkaar gescheiden in het lokaal, vertelt Tommy. 'De rustige kinderen werden achterin de klas gezet met schotten om zich heen en een koptelefoon op. Ik werd daar zelf niet bepaald vrolijk van. Ik was dan wel een rustig persoon, maar óók gewoon een gezelligheidsdier.'

Van wachtlijst naar wachtlijst

Tommy vertelt dat hij zo’n tien jaar, vanaf zijn achtste, tussen wal en schip heeft gezeten. In die tijd zat hij thuis, maar heeft hij ook verschillende vormen van speciaal onderwijs geprobeerd. Eén keer is hij een hele poos geschorst geweest. 'Ze konden me niet de zorg bieden die ik nodig had en vonden dat ik eerst in behandeling moest gaan, maar daar was een hele wachtlijst voor. En toen ik er eenmaal kwam bleek dat ook weer niet de ideale plek te zijn, waardoor ik weer werd doorverwezen naar een andere behandeling. Daarvoor moest ik weer eerst op de wachtlijst. Ja, dan gaan de jaren snel voorbij.'

Op het voortgezet speciaal onderwijs heeft Tommy moeite met het ritme: iedere dag van negen tot half vijf les, met een pauze van tien minuten om vlug een boterham te eten. En het feit dat er één docent is, die de hele dag voor de klas staat en alle vakken geeft. 'Voor sommige kinderen is dat fijn, want dat betekent dat er geen verandering is. Maar als je geen goede band hebt met die ene docent, dan is het niet zo gezellig.'

Omdat hij wegens omstandigheden niet meer thuis kon wonen, woonde hij een tijd in een woongroep. Daar boden ze wel onderwijs aan, maar dat was alleen praktijkonderwijs, een lager niveau. 'Daar vloog ik met twee vingers in mijn neus doorheen en had ik in een paar maanden alle diploma’s binnen. Daarna had ik eigenlijk helemaal niets meer te doen.' Op andere plekken weet Tommy zijn weg ook niet te vinden. Een klas vol probleemjongeren die een slechte invloed op hem hebben, een slechte band met medewerkers: geen enkele plaats waar hij zich thuis voelt. 'Ik had constant het idee dat ik daar gewoon moest overleven. Het was echt heel zwaar. Ik viel emotioneel uit elkaar. En dat zagen ze ook.'

Weinig slaap, veel gedachtes

In de periode dat Tommy niet naar school gaat, spendeert hij zijn dagen veelal alleen. Hij heeft zijn eigen lesboeken thuis en neemt in zijn eigen tijd de stof door. Hij zit veel achter zijn computer, kijkt zo nu en dan een documentaire, wandelt veel, luistert muziek en maakt muziek. Hij slaapt maar weinig. 'Ik ging heel laat naar bed, gewoon omdat ik niet kon slapen. Ik had heel veel gedachtes in mijn hoofd. Ook veel woede. Ik wilde naar school, ik wilde een normaal leven leiden, vrienden hebben, een sociaal netwerk. Die had ik niet.'

Interview

Passend onderwijs voor elk kind: 'Waarom lukt het de ene school wel en de andere niet?'

Een passende plek op school dichtbij huis voor elk kind. Dat was de belofte van de Wet passend onderwijs die in 2014 werd ingevoerd. Tien jaar later stijgt het aantal ‘thuiszitters’ echter nog steeds. ‘Het passend maken van het onderwijs is mislukt’, zegt Joli Luijckx van Oudervereniging Balans. De organisatie heeft 2024 omgedoopt in ‘Het jaar van de thuiszitters’. ‘Ouders zijn al wakker, nu de verantwoordelijken voor het onderwijssysteem nog.'

Toneel als therapie

Sinds twee jaar woont Tommy in een pleeggezin en dit schooljaar zit hij op de VAVO – het volwassenenonderwijs – in vier HAVO. Hij heeft via school en de theatergroep waarbij hij aangesloten is, ook een vriendenkring opgebouwd. 'Ik probeer mijn achterstand in te halen en door te gaan', vertelt Tommy.

Het hebben van een vast schoolritme valt hem ook weleens zwaar. Alles wat hij op dit moment moet maken – toetsen, boekverslagen, presentaties en een profielwerkstuk – is nieuw. 'Ik maak het nu voor het eerst en moet het allemaal herontdekken. Ik ben nog steeds bezig om te leren. Ik moet er heel veel energie in steken, maar dat betekent niet dat ik dat niet doe. Ik wil heel graag een diploma halen. Waar een wil is, is een weg, zeggen ze toch?'

Ironisch gezien, vertelt Tommy, is de beste vorm van therapie de hij in alle jaren van thuiszitten heeft gehad de wekelijkse toneelklas die hij al zo’n vijf jaar bijwoont. Daar ziet hij dan ook zeker een plekje voor weggelegd in de toekomst. 'Ik probeer altijd te denken wat ik leuk vind, maar óók wat reëel is. Ik vind theater heel leuk. Een tijdje geleden heb ik een baantje als trainingsacteur gekregen. Ik zou vanuit daar kunnen doorgroeien, maar dan moet ik ook naar een passende opleiding kijken. Misschien dus wel de theateropleiding. Maar hbo-opleidingen zijn wel moeilijk om binnen te komen. Dus ik ben nog aan het zoeken, maar voor nu probeer ik mij gewoon te focussen op mijn diploma.'