Defensie-medewerkers handelden nalatig en verwijtbaar bij dodelijk mortierongeluk

Medewerkers van het ministerie van Defensie hebben in de aanloop naar het dodelijke ongeluk met een mortiergranaat in Mali elf keer nalatig en drie keer verwijtbaar gehandeld. Ook heeft de top van het ministerie toegelaten dat de commissie-Van der Veer, die dit in 2018 al had moeten onderzoeken, afweek van haar opdracht - zonder hiervoor toestemming van de minister te vragen. De positie van de nabestaanden, aan wie was beloofd dat zo’n onderzoek zou komen, speelde voor de Defensietop nauwelijks een rol.
Dit concludeert de ‘Commissie van onderzoek mortierongeval Mali’ in een rapport dat dinsdag in Den Haag is gepresenteerd aan minister van Defensie Brekelmans. De minister noemt de conclusies pijnlijk en zegt de drie gevallen van verwijtbaar gedrag ‘vanuit rechtspositioneel oogpunt’ nader te zullen bestuderen. Mogelijk worden aan de verantwoordelijken sancties opgelegd. Brekelmans bood de slachtoffers en nabestaanden opnieuw zijn excuses aan.
Snoeihard OVV-rapport
Bij het mortierongeluk in 2016 kwamen de Nederlandse VN-militairen Henry Hoving en Kevin Roggeveld om het leven. Twee andere soldaten raakten gewond. Eerder al constateerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) dat Defensie ernstig tekort was geschoten bij de aanschaf en opslag van de fatale granaten. Zo waren de granaten ‘in den blinde’ aangeschaft, zonder de verplichte veiligheidscontroles uit te voeren. De granaten bleken grote gebreken te hebben. Zo kon er onder meer vocht binnendringen en lagen ze verkeerd opgeslagen.
De slachtoffers en nabestaanden hebben altijd aangedrongen op onderzoek naar individuele verantwoordelijken. Ook toenmalig minister Hennis wilde hierover helderheid. Maar de onderzoekscommissie onder leiding van oud-Shell topman Jeroen van der Veer legde die opdracht vlak na Hennis’ aftreden naast zich neer. In plaats van te kijken naar individueel nalatig en/of verwijtbaar handelen, beoordeelde Van der Veer daarom de werkwijze van Defensie als geheel. Individuele personen bleven hiervoor buiten beeld. De ambtelijke defensietop was hiervan op de hoogte maar greep niet in.
Kamervragen na Argos-uitzending
Argos onthulde in 2022 dat de top van Defensie op de hoogte was van de inperking van de onderzoeksopdracht door de commissie en dit ook toestond, zonder hierover Hennis’ opvolger Ank Bijleveld te waarschuwen of te raadplegen. De nabestaanden wisten intussen van niets. Jasper van Dijk (SP) stelde na deze uitzending kritische Kamervragen. De nabestaanden van de twee soldaten schreven een beklemmende brief aan de nieuwe bewindsvrouw, minister Ollongren, met hierin de oproep het onderzoek toch uit te voeren. Hiertoe besloot de minister uiteindelijk alsnog.
Dat het onderzoek er uiteindelijk is gekomen is te danken aan de moed en vasthoudendheid van de nabestaanden, vertelt commissievoorzitter Peter den Oudsten vandaag. “Voortdurend hebben zij gevraagd om duidelijkheid, de waarheid, om niets achter te houden en om te weten of en zo ja welke fouten er zijn gemaakt, die hebben geleid tot de dood van hun zonen, echtgenoot en vader.”
Nabestaanden voelen zich voor het eerst gehoord
Jennifer Schouten, de weduwe van de omgekomen sergeant Henry Hoving vertelde dat zij zich met de publicatie van het rapport voor het eerst echt gehoord en gezien voelt. "Eindelijk is de waarheid boven water gekomen over wat er destijds is misgegaan. Deze duidelijkheid had er al veel eerder kunnen zijn, met het rapport van de commissie-Van der Veer, als die de opdracht had uitgevoerd. Dan hadden we niet zo lang hoeven wachten en niet elke keer geconfronteerd hoeven worden met allerlei nalatigheden."
De nabestaanden wezen erop dat zij jarenlang hebben moeten vechten voor erkenning, maar dat Defensie daar nauwelijks serieuze belangstelling voor had. Schouten: "Misschien, als iedereen zijn werk had gedaan, de regels waren gevolgd en veiligheid écht voorop had gestaan, hadden onze geliefden nog in leven kunnen zijn. Het voelt alsof er gespeeld is met mensenlevens.”
Hoewel het rapport van Den Oudsten enige opluchting geeft, houden de nabestaanden stevig de vinger aan de pols. Schouten vertelt namens de nabestaanden: "Wij verwachten van het ministerie en van de politiek een openbare erkenning van de gemaakte fouten en daarmee genoegdoening voor wat ons is aangedaan. En vooral: duidelijke acties van Defensie om te zorgen dat een ongeval als dit nooit meer zal gebeuren."
Demissionair minister Brekelmans
"Ik heb expliciet mijn excuses aangeboden voor het feit dat dit in totaal negen jaar heeft moeten duren. Dit had natuurlijk veel sneller gemoeten", zegt Brekelmans tegen Argos. “Als Defensie kunnen we hier veel van leren. Niet alleen hoe we ervoor kunnen zorgen dat zoiets in de toekomst niet nog een keer gebeurt, maar ook over hoe we beter met familie en betrokkenen om kunnen gaan als zoiets gebeurt.”