Nederlandse steden overtreden met bedelverbod Europese regels
Zeven van de vijfentwintig grootste steden hebben een bedelverbod waarmee Europese regels geschonden worden. In deze gemeenten mogen bedelaars op geen enkele plek vragen om geld. Maar uit Europese rechtspraak blijkt dat kwetsbare mensen om hulp moeten kunnen vragen, als het de enige manier is waarop ze kunnen rondkomen.
Het gaat om de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Tilburg, Breda, Haarlem, Amersfoort en Zaanstad. Hun algehele bedelverboden zijn kwalijk, omdat kwetsbare armen ergens om een aalmoes moeten kunnen vragen. Dat blijkt uit een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) uit 2021. Steden mogen regels bedenken die overlast verminderen of agressief bedelen voorkomen. Maar een totaalverbod biedt bedelaars te weinig kans op overleven.
Dat blijkt uit onderzoek van Argos in samenwerking met het Rotterdamse online medium Vers Beton. In een reactie erkennen vijf van de zeven gemeenten dat hun algehele verbod mogelijk of zeker te ver gaat. Ze zeggen zich te bezinnen op maatregelen. Rotterdam en Breda blijven achter hun bedelverbod staan.
Het Rotterdamse bedelverbod is in strijd met de Europese regels
Sarah Ganty is als mensenrechtenjurist verbonden aan de Yale-universiteit, KU Leuven en de Centraal-Europese Universiteit. Op verzoek van Argos en Vers Beton bekeek zij het bedelverbod van Rotterdam, dat identiek is aan het beleid van de overige zes steden. ‘Rotterdam heeft een behoorlijk hard beleid, dat niet in lijn is met de uitspraak van het Europees Hof,’ zegt ze. Ganty legt uit dat Europese rechters een algeheel verbod beschouwen als ‘radicale maatregel’ die ‘bijzonder strenge toetsing vereist’. In de praktijk lijkt het voor steden onmogelijk aan die ‘toetsing’ te voldoen.
De zeven steden moeten hun bedelverbod aanpassen, bevestigt Tim Quispel, docent aan de Juridische Hogeschool Avans-Fontys in Tilburg. ‘Naar aanleiding van de uitspraak uit 2021 had dat eigenlijk allang gebeurd moeten zijn.’ Er zijn ook gemeenten wiens juristen de Europese rechtspraak wel in de gaten hebben gehouden. Ede noemde de zaak uit 2021 bijvoorbeeld expliciet als reden om zijn bedelverbod aan te passen.
De uitspraak van het EHRM waar het om draait, werd gedaan in de rechtszaak van de Roemeense Violeta Lăcătuș. Zij ontving als negentienjarige analfabeet negen boetes voor bedelen met een bekertje in Genève, waar destijds een algeheel bedelverbod gold. Haar advocaat bepleitte dat ze geen kans maakte op werk. In geboorteland Roemenië was ze als lid van de Roma-gemeenschap slachtoffer van discriminatie, waardoor ze geen werk kon vinden. Bedelen was dus haar enige manier om te overleven. De edelachtbaren gaven Lăcătuș gelijk: het algehele bedelverbod van de Zwitserse stad was voor kwetsbare bedelaars als zij een te harde maatregel.
Bedelen in de polders en de velden
Elf van de vijfentwintig grootste Nederlandse steden hebben geen algeheel, maar een beperkt bedelverbod. Die zijn niet zo problematisch als een algeheel verbod. Evengoed zijn er vraagtekens bij te zetten, zegt Quispel. Een bedelverbod mag niet verder gaan dan nodig, maar Leeuwarden verbiedt bedelen in de gehele bebouwde kom. Bedelaars kunnen dus een plekje opzoeken in de weilanden. ‘Dat is sowieso disproportioneel. Ik kan me niet voorstellen dat men overal in Leeuwarden last heeft van bedelaars’.
Of neem Den Haag. Daar is bedelen verboden nabij scholen, begraafplaatsen en gebedshuizen, in het hele centrum, het stationsgebied en zo ongeveer alle winkelstraten. Oftewel: op alle plekken waar vragen om geld rendabel zou kunnen zijn. Het verschil met een algeheel bedelverbod is dan wel erg klein, zegt Quispel. ‘Het verbod van Den Haag klinkt ruim. Ik vraag me af of dat strikt noodzakelijk is.’
Zulke ruime bedelverboden zijn doorgaans bedoeld om overlast te verminderen. Maar het bestaan van die overlast moeten gemeenten wel bewijzen, legt Quispel uit. Ook moeten raadsleden zich afvragen of het nodig is alle vormen van bedelen te verbieden. Als een bedelaar langs de kant van de weg zit met een kartonnen bekertje, is dan echt sprake van hinderlijk gedrag? Verder horen ambtenaren de situatie eens in de zoveel tijd te evalueren — een bedelverbod dient tijdelijk te zijn.
‘Zodra ik op de fiets zit, ben ik het weer vergeten'
Er bestaan ook steden zonder bedelverbod. Leiden trok zijn oekaze bijvoorbeeld dit jaar in. In de raadsvergadering motiveerde raadslid Pieter Krol (CU) het voorstel: ‘Als ik na een werkdag uit de trein kom en ik word aangesproken, vind ik dat weleens irritant. Maar zodra ik op mijn fiets zit, ben ik het eerlijk gezegd weer vergeten.’ Politie en handhavers hebben andere mogelijkheden om ongewenst gedrag aan te pakken, benadrukte hij. In Rotterdam bestaat bijvoorbeeld een verbod op ‘hinderlijk gedrag op openbare plaatsen’.
Argos en Vers Beton hebben de zeven gemeenten met een algeheel bedelverbod gevraagd hoe hun voorschrift zich verhoudt tot de Europese rechtspraak. In een reactie laat Zaanstad weten zich te gaan beraden en in de tussentijd het bedelverbod niet te handhaven. Tilburg erkent dat zijn verbod mogelijk te verstrekkend is. Amsterdam geeft toe dat de regel nog moet worden aangepast. Amersfoort belooft de eigen richtlijn nog eens kritisch te bekijken. In Haarlem loopt net een procedure om het verbod aan te passen.
Rotterdam en Breda menen dat hun algehele bedelverbod wél in overeenstemming is met Europese regels. ‘De uitspraak van het Hof maakt een bedelverbod niet onmogelijk, wel dient dit proportioneel toegepast te worden. Ons college vindt het niet wenselijk om elke bedelaar te beboeten. Dit wordt per situatie beoordeeld’, mailt een woordvoerder. Anders gezegd: Rotterdam claimt dat zijn verbod niet algeheel is, omdat niet iedere bedelaar altijd en overal een boete krijgt.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (Fondsbjp.nl)