Ongevraagd inwendig onderzoek

  • Nina van Raay
  • Martijn Kieft

Stel je voor: je ligt onder narcose voor een medische behandeling. Wist je dat het dan kan gebeuren dat, zonder dat jij het weet, een student inwendig onderzoek bij jou doet? Niet om jou te helpen, maar om zelf te leren. Uit onderzoek van Argos blijkt dat dit nog altijd voorkomt.

Meerdere medisch studenten voerden naar eigen zeggen vaginale of rectale onderzoeken uit terwijl ze zeker weten dat daar geen toestemming voor is gegeven. Ook Ayla, zelf geneeskundestudent, maakte een situatie mee. Ze besloot onder haar medestudenten te onderzoeken of dit vaker gebeurt, om zo het gesprek over deze praktijk te openen.

En terwijl de ene emeritus-hoogleraar gynaecologie het wegzet als iets van vroeger- “toen ze nog met zijn vijven op de gang stonden te wachten tot de patiënt sliep”-, noemt een andere hoogleraar medisch recht de recente signalen juist ‘verontrustend’ en dringt hij aan op breder onderzoek.  

Argos: 'Ongevraagd inwendig onderzoek' is zondag om 21.05u te zien op NPO2 en later via NPO Start.

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

Lees hier de reactie van Jan Anthonie Bruijn, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op vragen van Argos.

__

Het is belangrijk dat co-assistenten en artsen (niet) in opleiding praktijkervaring kunnen opdoen in opleidingsziekenhuizen. Onder supervisie van een arts doen zij bijvoorbeeld een vooronderzoek of zijn zij aanwezig in de spreekkamer. De opleidingsziekenhuizen zijn verantwoordelijk voor het informeren van hun patiënten hierover. De patiënt moet worden voorgelicht op een begrijpelijke wijze. Vervolgens zijn er handelingen van bijvoorbeeld co-assistenten waarvoor toestemming van de patiënt mag worden verondersteld. Een zogenaamd leer-toucher, dat de patiënt niet nodig heeft, maar waarbij vaginaal of anaal onderzoek plaatsvindt om van te leren, vind ik van een andere categorie. Het heeft zo’n ingrijpend karakter, dat veronderstelde toestemming niet voor de hand ligt. Als een arts van plan is om een leer-toucher te laten uitvoeren onder zijn of haar supervisie, dan zal de patiënt hierover moeten worden geïnformeerd voordat deze onder narcose wordt gebracht. De toestemming kan mondeling worden gegeven. Als de beroepsgroep behoefte heeft aan een nadere wegwijzer ten behoeve van het informeren over en het vragen om toestemming voor een leer-toucher, kan deze dit zelf nader uitwerken in een richtlijn. 

De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)

Lees hier de reactie van De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra op vragen van Argos.

__

De NFU stelt zelf geen medische richtlijnen op. Wel stellen wij het Raamplan Geneeskunde op, waarin de eindkwalificaties van de geneeskundeopleiding zijn vastgelegd. Daarin staat dat studenten altijd leren werken volgens professionele en ethische kaders, waarbij informed consent, respect voor autonomie en patiëntveiligheid centraal staan. Een specifieke richtlijn over lichamelijk onderzoek onder narcose valt echter niet onder de verantwoordelijkheid van de NFU.  

Artsenfederatie KNMG

De KNMG verwijst naar hun website waar informed consent staat uitgelegd en benoemt dit verder iets van de beroepsgroepen te vinden.

De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde

Lees hier de reactie van De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde op vragen van Argos.
__

Beste, 

Dank voor uw bericht. Zoals in eerdere mails aangegeven, geldt binnen de heelkunde dat patiënten uitsluitend in het onderwijs worden betrokken met hun expliciete toestemming. De wettelijke kaders van de WGBO en de KNMG zijn daarbij leidend. 

Wij vertrouwen erop dat ons standpunt hiermee duidelijk is verwoord. 

De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG)

Lees hier de reactie van De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie op vragen van Argos.

__

Naar aanleiding van de vraag van Argos op 12 augustus of er in Nederland een richtlijn bestaat voor toucheren onder narcose, heeft de NVOG diezelfde dag telefonisch aangegeven dat er geen aparte richtlijn is. Daarbij is verwezen naar de kaders van de WGBO en de KNMG, die voor ons leidend zijn bij informed consent. Zie hieronder: 

Voor de NVOG staat informed consent voorop. Vaginaal toucheren zonder toestemming van de patiënt mag nooit plaatsvinden. De kaders zijn hierin duidelijk: zonder toestemming mag dit niet. 

In de praktijk hebben ziekenhuizen beleid ingericht waarbij voorafgaand aan een ingreep expliciet toestemming wordt gevraagd voor de deelname van studenten. Het is de verantwoordelijkheid van ziekenhuizen en opleiders om informed consent goed te borgen. 

Als beroepsvereniging hebben wij geen signalen ontvangen dat deze norm wordt overtreden. Mochten dergelijke situaties zich toch voordoen, dan wijzen wij dit nadrukkelijk af. Wij gaan ervan uit dat onze leden handelen conform de WGBO. Omdat de wettelijke kaders en ziekenhuisafspraken helder zijn, ziet de NVOG op dit moment geen rol voor een aanvullende richtlijn 

Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)

Lees hier de eerste reactie Nederlandse Vereniging Urologen op het eerste interviewverzoek: 
__

“Bedankt voor je bericht. Net zoals de NVOG en andere wetenschappelijke verenigingen herkennen wij deze problematiek niet. Derhalve zien wij geen reden een interview af te geven.  

We zijn wel benieuwd wat de aanleiding was voor jullie enquête en naar de respondenten; en dan met name hun fase van de opleiding. Wij zijn van mening dat er van de resultaten van de door jullie gehouden enquête, zover wij kunnen inschatten, geen duidelijke conclusies getrokken kunnen worden. We lichten dit graag toe. 

De regelgeving omtrent (inwendig) lichamelijk onderzoek door studenten/coassistenten is bekend bij elke dokter. Dit is namelijk onderdeel van professioneel opleiden en medisch ethisch handelen/informed consent vragen. Hoe dit gebeurt, is in elke kliniek anders. Waar je vanuit kan gaan is dat urologen (eigenlijk alle medisch specialisten anno 2025) op de hoogte zijn en studenten alleen de mogelijkheid krijgen lichamelijk onderzoek, inclusief inwendig onderzoek, te leren onder supervisie van een uroloog/medisch specialist als er tevoren aan patiënt toestemming is gevraagd (dit kan op de poli, afdeling of operatiekamer zijn).  

Aangezien de coassistent vaak een passant is en lang niet de hele patiënt journey volgt, is deze niet altijd bij de counseling aanwezig en op de hoogte. Daarnaast is onze ervaring dat studenten vaak door de overweldigende hoeveelheid aan indrukken op een operatiekamer, zelf niet de ruimte voelen of innemen om dit te controleren bij de operateur of patiënt. Beide zijn hier dus voor verantwoordelijk. Concluderend is er dus sprake van een opleidingsetting waarbij professioneel en medisch ethisch handelen van beide partijen van belang is. Naar ons weten wordt hier correct invulling aan gegeven. Er is namelijk uitgebreid aandacht voor in de opleiding, opleidingsklinieken en binnen onze vereniging en zover bij ons bekend geen meldingen geweest van onjuist handelen.” 

De Nederlandse Vereniging Urologen reageert voor een tweede keer schriftelijk nadat wij meer informatie over ons onderzoek met hen hebben gedeeld: 

Wij blijven bij ons standpunt, dat verder onderzoek of aanvullende richtlijnen niet nodig zijn. Wel kunnen we extra aandacht blijven vragen voor dit onderdeel in de opleiding, ook binnen onze vereniging. Mochten er twijfels of incidenten zijn, zullen we hier uiteraard op acteren. Als de documentaire uitkomt, zullen we onze achterban hier ook op wijzen, dus houdt ons vooral op de hoogte. 

Ten aanzien van de voorbeelden die je schets zijn wij van mening dat de opleidingsystemen en gezondheidszorg in de VS en Frankrijk niet goed te vergelijken zijn met de situatie in Nederland. Zowel de cultuur binnen de bevolking als in de zorg sector, als het juridisch / tucht recht zijn wezenlijk anders. Daarnaast wonen er in Nederland aanzienlijk minder mensen en zijn er dus ook aanzienlijk minder urologen. Het voordeel van een klein land, en een klein aantal urologen, is dat de lijntjes kort zijn en er goed zicht is op verschillen en ieders functioneren. Een extra richtlijn of grondiger onderzoek, kan dus best nodig zijn in Frankrijk en de VS om veiligheid op welk vlak dan ook te prioriteren, maar wij verwachten niet dat dat in ons land iets toevoegt op de bestaande (bij ons medisch specialisten zeer bekende) richtlijnen. 

__

De Nederlandse Vereniging Urologen reageert voor een tweede keer schriftelijk nadat wij meer informatie over ons onderzoek met hen hebben gedeeld. Lees hieronder.

__

Wij blijven bij ons standpunt, dat verder onderzoek of aanvullende richtlijnen niet nodig zijn. Wel kunnen we extra aandacht blijven vragen voor dit onderdeel in de opleiding, ook binnen onze vereniging. Mochten er twijfels of incidenten zijn, zullen we hier uiteraard op acteren. Als de documentaire uitkomt, zullen we onze achterban hier ook op wijzen, dus houdt ons vooral op de hoogte. 

Ten aanzien van de voorbeelden die je schets zijn wij van mening dat de opleidingsystemen en gezondheidszorg in de VS en Frankrijk niet goed te vergelijken zijn met de situatie in Nederland. Zowel de cultuur binnen de bevolking als in de zorg sector, als het juridisch / tucht recht zijn wezenlijk anders. Daarnaast wonen er in Nederland aanzienlijk minder mensen en zijn er dus ook aanzienlijk minder urologen. Het voordeel van een klein land, en een klein aantal urologen, is dat de lijntjes kort zijn en er goed zicht is op verschillen en ieders functioneren. Een extra richtlijn of grondiger onderzoek, kan dus best nodig zijn in Frankrijk en de VS om veiligheid op welk vlak dan ook te prioriteren, maar wij verwachten niet dat dat in ons land iets toevoegt op de bestaande (bij ons medisch specialisten zeer bekende) richtlijnen. 

    Ayla

    masterstudent geneeskunde

    Masterstudent geneeskunde tijdens een interview met Argos

    Bas Veersema

    emeritus hoogleraar gynaecologie

    emeritus hoogleraar gynaecologie tijdens interview met Argos

    Martin Buijsen

    hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus School of Law

    hoogleraar gezondheidsrecht aan de Erasmus School of Law tijdens interview met Argos

    Lori Bruce

    onderzoeker Yale

    onderzoeker Yale tijdens interview met Argos