Inspectierapport legt ernstige problemen jeugdbescherming bloot: ‘Het is een onacceptabele situatie’

De politiek moet nu écht in actie komen om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken. Dat stellen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) samen met de Inspectie Justitie en Veiligheid (IVJ) in een alarmerend rapport. Kinderen met een jeugdbeschermingsmaatregel krijgen nu onvoldoende hulp, begeleiding en bescherming. Stevig leiderschap van bestuurders, gemeenten en Rijksoverheid is nodig om de problemen op te lossen. Hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning: ‘Het is een onacceptabele situatie waar we in zitten met de jeugdbescherming.’
Al sinds 2019 worden jeugdbeschermingsorganisaties extra in de gaten gehouden door de inspecties en zijn er grote zorgen over de houdbaarheid van het systeem. In 2022 zeiden de inspecties dat ze hun handhavingstaak niet meer konden uitvoeren, omdat de problemen niet alleen aan de instellingen zelf ligt, maar vooral daarbuiten. Het gehele jeugdzorgsysteem zoals het nu bestaat in ons land functioneert niet en moet serieus worden aangepakt. Uit het meest recente rapport ‘Als zelfs overheidsingrijpen kinderen geen bescherming biedt’, dat deze donderdag wordt gepubliceerd, blijkt dat de problemen al die tijd onvoldoende zijn aangepakt en zelfs zijn verergerd.
Geen jeugdbeschermer
‘De titel van dit rapport zegt eigenlijk al genoeg’, zegt hoogleraar Jeugdrecht Mariëlle Bruning. Zij herkent de resultaten van de inspectierapporten die tot nu toe verschenen uit haar eigen onderzoeken van de afgelopen jaren. ‘Het bevestigt in alle opzichten de knelpunten die al benoemd waren. Maar wat dit rapport zo zwaar maakt, zijn de hoge aantallen jongeren en ouders die door de inspectie zijn gesproken. Die laten zien hoe groot en ernstig de problemen zijn.’
Wat is nog de legitimatie van ingrijpen als je niet weet of je betere zorg kan bieden?
Bijvoorbeeld het grote aantal jongeren zonder vaste jeugdbeschermer. Ongeveer 40% had vier of meer verschillende jeugdbeschermers. Ten minste 31% van de kinderen heeft een periode zelfs helemaal geen jeugdbeschermer gehad. Dat is veel te veel, zegt de inspectie, want in die tijd krijgen kinderen niet de hulp die ze nodig hebben, terwijl die op dat moment juist zo urgent is. Ondertussen zijn de wisselingen in personeel groot en is er een tekort aan ervaren jeugdbeschermers.
Hulp komt te laat
Een grote zorg die in het rapport naar voren komt, is dat er onvoldoende zicht is op de ontwikkeling en veiligheid van kinderen. Er zijn te weinig contactmomenten tussen hulpverleners en de kinderen en ouders die ze begeleiden. Onveilige situaties kunnen zo over het hoofd gezien worden. Bruning: ‘Veiligheid is onvoldoende in zicht, dat is nogal wat.’ Passende hulp aan kinderen en gezinnen is vaak niet beschikbaar of komt te laat. Dit kan ernstige en schadelijke gevolgen hebben voor kinderen. In de tussentijd verergeren problemen of escaleren zelfs.

Staatssecretaris: cultuurverandering in de jeugdbescherming is nodig
Jeugdbeschermers moeten er soms voor durven kiezen om kinderen minder snel weg te halen bij hun biologische ouders. Ook als daar risico’s aan vast zitten. Dit zegt staatssecretaris Teun Struycken voor rechtsbescherming in Argos, naar aanleiding van een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en twee recente rapporten.
Het valt Bruning op dat de inspectie in het rapport spreekt over ‘hulpverleningsschade’. De term klinkt paradoxaal, maar is helaas treffend, vertelt Bruning: ‘Kinderen raken getraumatiseerd door de ingezette hulpverlening. Ze verliezen hun vertrouwen. Kinderen komen op de verkeerde plekken terecht, worden beperkt in hun omgang met ouders. In al die varianten wordt gefaald in rechtsbescherming voor het kind.’ Haar zorgen zijn groot. ‘Wat is nog de legitimatie van ingrijpen als je niet weet of je betere zorg kan bieden?’
Transparantie over de problemen
Ongeveer tien jaar geleden is de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg en jeugdbescherming bij de gemeentes komen te liggen. Zichtbaar wordt nu, dat dit nieuwe problemen creëert. De inspecties zien over het hele land dat vanwege geldtekort gemeentes meebepalen welke zorg voor een kind nodig is. Bruning wijst erop dat dit niet mag, omdat de taak wettelijk bij jeugdbeschermers ligt. ‘De rechter heeft een uitspraak gedaan, dat moet worden opgevolgd. Gemeentes mogen zich daar niet in mengen.’ Bruning zou het verstandig vinden als de jeugdbescherming in de toekomst wordt weggehaald bij de gemeentes en landelijk wordt georganiseerd.
De oproep van inspecties aan het Rijk, bestuurders en gemeenten om deze langlopende crisis aan te pakken is een noodkreet. Daarbij is het van groot belang dat bestuurders van de jeugdbeschermingsorganisatie vanaf nu transparant zijn, zo stellen de inspecties. ‘Zij moeten duidelijk maken dat zij onder deze omstandigheden hun taak om gezinnen te beschermen onvoldoende kunnen uitvoeren, anders blijven de problemen zich verergeren.’
Het rapport wordt vandaag gepubliceerd, tegelijkertijd met het inspectierapport ‘Pleegkinderen uit beeld’. Dat onderzoek is gedaan naar aanleiding van de schrijnende situatie in Vlaardingen, waarbij een meisje levenslang gehandicapt is geraakt door zware mishandeling in de pleegzorg. Beide rapporten versterken elkaar in hun conclusies. De inspecties hopen dat de staatssecretarissen hier snel op zullen reageren, en nog voor de vorming van een nieuw kabinet in actie komen.
Judith Konijn is specialist jeugdzorg bij Argos. Heeft u een tip? Mail naar j.konijn@vpro.nl