Sleutelrol voor Nederland in Europese lobby voor versoepeling regels gentech-voedsel

  • Pamela Kalkman
  • Martijn Kieft
  • Jelena Prtoric
  • Gabriela Galindo

Vijf Nederlandse ministeries, met het ministerie van landbouw voorop, spelen in Brussel een sleutelrol in de lobby voor het sterk versoepelen van de strenge regels rondom genetisch gemodificeerde gewassen. Dat terwijl verschillende moties het ministerie juist opriepen te pleiten voor stevige kaders. Dat blijkt uit een analyse van Argos en De Groene Amsterdammer.

Uit de analyse van meer dan duizend pagina’s aan interne documenten blijkt dat de ministeries zich vooral zorgen maken over de concurrentiepositie van de Nederlandse zadenindustrie. Zorgen van burgers, Tweede Kamerleden en kleinere veredelaars worden terzijde geschoven.

Nieuwe Genomische Technieken (NGT)

In de EU wordt al jaren onderhandeld over een nieuwe wet voor ‘Nieuwe Genomische Technieken’ (NGTs). Dat is een vorm van genetische modificatie van onder andere gewassen, waarbij er in een laboratorium aanpassingen worden gemaakt in het eigen DNA van de plant. Dat verschilt van traditionele genetisch gemodificeerde organismen (GGO, of GMO in het Engels), waarbij er een stukje DNA van het ene organisme in het andere wordt gebracht. De nieuwe techniek kan genetisch materiaal van planten gerichter aanpassen, waardoor veredeling sneller zou gaan. 

Omdat de toelatingsprocedure voor GMO’s in de EU nu vrij streng is, liggen er nauwelijks genetisch gemodificeerde producten in Europese supermarkten. Dat kan veranderen door de nieuwe wet, die NGTs van die strenge regels wil vrijstellen. De wet bevindt zich nu in de laatste onderhandelingsfase in Brussel. 

Volgens de Europese Commissie en de Nederlandse overheid lijken gewassen die met deze nieuwe technieken gemaakt worden zo sterk op planten die via natuurlijke veredeling ontstaan, dat zij vrijgesteld moeten worden van de huidige strenge regels. Dat is precies in lijn met het standpunt van de grote zadenbedrijven. Elke NGT-plant met minder dan twintig DNA-aanpassingen krijgt volgens het voorstel een vrijstelling van een uitgebreide risicobeoordeling en verplichte etikettering.  

Nederlandse lobby in Brussel

Uit de interne mails tussen ambtenaren in 2023 en 2024 blijkt dat Nederland andere lidstaten actief probeerde over te halen vóór het voorstel te stemmen. Er werden lijsten bijgehouden van kritische landen die nog overtuigd moesten worden. Ook organiseerde het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) een overleg met gelijkgestemde lidstaten, om hun strategie voorafgaand aan een belangrijke stemming te bespreken.  

In 2023 onthulde Zembla dat ook wetenschappers van de Wageningen Universiteit en Research (WUR) zich actief hadden ingezet voor versoepeling van de wetgeving. In overleg met hetzelfde ministerie van Landbouw belichtten zij vooral de positieve kanten van gentechnologie in onderzoeken, media-optredens en op conferenties. 

De lobby lijkt succesvol: in maart 2025 stemde een meerderheid van de lidstaten voor het voorstel. Het Europees Parlement moet nog instemmen, en daar bestaan zorgen over de gevolgen voor kleine veredelaars en consumenten. 

Baten voor de multinationals

“De techniek is prachtig,” zegt Michel Haring, hoogleraar plantenfysiologie aan de Universiteit van Amsterdam, die zelf DNA-onderzoek met CRISPR-Cas uitvoert. “Maar ik maak me zorgen over wat ermee gebeurt als dit vrijgesteld wordt in de echte wereld, waar economische aspecten meespelen.” Velen zijn bang dat de opbrengsten van de nieuwe techniek voornamelijk bij multinationals terechtkomen. Vier grote bedrijven, Bayer, Syngenta,Corteva en BASF, domineren meer dan de helft van de wereldwijde zaadhandel.

Jeroen Candel, universitair hoofddocent voedsel- en landbouwbeleid aan de WUR, legt uit dat het wetsvoorstel onderdeel was van een uitruil binnen de Green Deal. “Daarin werden pittige afspraken gemaakt over vermindering van pesticiden in Europa, iets wat het verdienmodel van grote chemie- en zaadbedrijven erg zou kunnen aantasten.” Als goedmaker zijn er toen soepelere regels voor NGTs voorgesteld, waarmee de bedrijven nieuwe verdienmodellen kunnen aanboren.  Candel: “De crux is wel dat die pesticidenwet is gesneuveld terwijl de NGT-wetgeving nog steeds op tafel ligt.” 

Een langgekoesterde wens van de agro-industrie gaat hiermee in vervulling, zegt lobbyonderzoeker Nina Holland van de Brusselse NGO Corporate Europe Observatory, die dit dossier al jaren volgt. “Beleidsmakers laten zich verleiden door – nog grotendeels onbewezen – claims van duurzame innovatie. Zorgen van maatschappelijke organisaties, kleine veredelaars en de biologische sector worden daarbij structureel genegeerd.” 

Patenten

De zorgen gaan voor een groot deel over een gevreesde toename aan patenten. Die zullen in grote getalen worden aangevraagd, telkens als een bedrijf met NGTs een nieuwe eigenschap ontwikkelt. Grote bedrijven hebben daartoe de middelen – patenten registreren is duur en vereist veel juridische kennis. Kleinere veredelaars vrezen straks vooral bezig te zijn met spitten door ontoegankelijke patentenregisters, om te voorkomen dat zij een planteigenschap aan het kweken zijn die al gepatenteerd is. Als dat gebeurt, kunnen ze een forse claim verwachten.  

Bovendien hebben veel Nederlandse veredelaars principiële bezwaren tegen het patenteren van eigenschappen in zaden die ook in de natuur kunnen voorkomen. Biologisch plantenveredelaar Frans Carree vreest voor zijn toekomst. “Als we in een berg van patenten terechtkomen, waarin alle belangrijke eigenschappen zijn afgedekt, wordt het wel heel moeilijk om nog een tomatenveredelingsprogramma te draaien.” 

Volgens Jeroen Candel zou het toestaan van patenten voor NGT-gewassen leiden tot een sterkere machtsconcentratie en het zou boeren veel afhankelijker maken van grote bedrijven die die zaden ontwikkelen.

Strikte kaders gewenst

Ook de Tweede Kamer sprak zich meerdere keren uit voor behoud van strikte kaders voor NGT-gewassen. Verschillende kamermoties werden in de afgelopen jaren met een meerderheid aangenomen die het kabinet oproepen om de keuzevrijheid van de consument te waarborgen, en te voorkomen dat NGT-planten patenteerbaar zijn.  

Uit meerdere onderzoeken blijkt bovendien dat Nederlandse burgers niets tegen de nieuwe techniek an sich hebben, maar wel willen dat die voor een maatschappelijk doel wordt ingezet. Ook willen ze zelf kunnen kiezen, aan de hand van duidelijke etiketten. 

Op woensdag 10 september verschijnt een lang artikel over dit onderzoek op de website van De Groene Amsterdammer.